Hoven (therèse elisabeth) - Nederl. romancière, geb. 1860 te Den Haag, werd opgeleid voor het onderwijs; gaf hier te lande en te Londen privaatles, vertoefde 1890—91 in Indië, en wijdde zich, teruggekeerd, aan de letteren ; zij schreef meest voor meisjes; zij was redactrice van „De Hollandsche Lelie”, van het weekblad „Voor Onze Meisjes”, van „SintNicolaas”, medewerkster van verscheidene andere bladen en tijdschriften. Zij is een uiterst vruchtbaar schrijfster van romans, die in grooten getale zijn verschenen (± 60). Verscheidene spelen in Indië. Wij noemen; In 't schemeruurtje, In stad en dorp, Nonnie, Hannele, Thïlde's offer, Professor Betty, Oogst, Door eigen kracht, Arme Lou, In Sarong en Kabaai, Onder palmen en waringins, Uit 't land der klapperboomen, Vrouwen lief en leed onder de tropen, Flirtation, Met verlof, Nonnie Hubrechts, Een bruidskrans en een doornenkroon, Engelsch binnenhuisje, Uit vrije beweging, Zonder illusie, Vóór alles vrouw, Ons proefjaar, Mariëtte, Het klaverblad van vijf, Beter zoo, De zonde der ouders, Veva, De dochter uit de Rooye Ekster, Een erfenis van rouw, Aan de bron, 'n Zeemansbruid.
Zóó men zaait..., Zuster Linda. Een complete lijst van haar werken tot 1910 vindt men in Santa Catherina, haar 50ste boek. Diepere waarde hebben al deze romans niet, toch beleefden vele harer boeken een 2den druk. Zij zijn zeer geschikt voor leesgezelschappen.
