Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Houdon

betekenis & definitie

Houdon - (Jean Antoine), geboren 1741 in Versailles, gestorven 1828 te Parijs. Fransch beeldhouwer. Leerling van Slodtz, Lemoyne en Pigalle. In 1764 gaat hij naar Rome en tijdens zijn tienjarig verblijf aldaar maakt hij mede de opgravingen van Herculanum en Pompei, wat niet zonder invloed op zijn kunst gebleven is.

H. is buitengewoon veelzijdig. Bijna al zijn beroemde tijdgenooten heeft hij gebeeldhouwd; men denke slechts aan de bustes van Voltaire, Rousseau, Mirabeau, Washington, Gluck en de vrouwenportretten o. a. die van zijn eigen vrouw, van Mad. de Sérilly, van Marie Antoinette, terwijl hij ook nog de classicistische wending ten tijde van het keizerrijk heeft meegemaakt, getuige zijn „empire”-buste van Napoleon. In zijn statuarische plastiek is hij niet minder groot. Zijn eerste figuur van de Hl. Bruno (Rome S. Maria degki Angeli), 1766, maakte een geweldigen opgang.

Omstreeks 1780 schiep hij de prachtige figuren van Diana, in brons (Louvre) en in marmer (Petersburg). Genrestukken van H. zijn o. a. La Frileuse, in verschillende ontwerpen in brons en gips bewaard gebleven. Opgave der werken van H. bij B. d. l. Chavignerie et L. Auvray, Dict. gén. des artistes de l’école française. Litt.: Dierks, Houdon’s Leben und Werke (Gotha 1887) en vooral E. Hildebrandt, Die Malerei und Plastik des 18. Jahrhunderts in Frankreich, Deutschland und England (Handbuch der Kunstwissenschaft).

< >