Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Herodotus

betekenis & definitie

Herodotus - van Halicarnassus, geb. 485 v. C., de vader der oude geschiedenis. Hij was de zoon van Lyxes en genoot in zijn Dorische vaderstad, die toen onder de Perzische heerschappij stond, een zorgvuldige opvoeding. In 455 verbannen, vestigde hij zich op het Ionische Samos, vanwaar uit hij uitgestrekte reizen deed door de toen bekende wereld. In 445 las hij te Athene gedeelten van zijn geschiedwerk voor, dat zeer werd bewonderd, en hij verwierf er de vriendschap van Sophocles en Pericles.

Daarna nam hij deel aan de Atheensche vestiging van Thurii in Beneden-Italië, deed van hieruit weer vele reizen, en stierf daar of te Athene. Zijn geschiedenis, die tot ons is gekomen, door de grammatici in 9 naar de Muzen genoemde boeken ingedeeld, is geschreven in het jongere Ionische dialect en behandelt de eindelooze veeten tusschen Grieken en barbaren (Perzen) van de allereerste oorsprongen af; op epische wijze vlecht hij geleidelijk de geschiedenis van Lydië, Perzië, Babylon, Aegypte, Scythië, Athene en Sparta, als zoovele episoden, in zijn uitgewerkt en rijk gestoffeerd tafereel in, dat midden in den 2den Perzischen oorlog (479 v. C.) afbreekt en dus wellicht niet voltooid is. De nieuwere onderzoekingen hebben bewezen, dat de goede trouw van H. boven allen twijfel is verheven, ook al liet hij zich dikwerf door valsche berichten misleiden. Zijn kinderlijke oprechtheid en zuivere waarheidsliefde spiegelt zich af in den gladden stroom zijner eenvoudig-edele, ouderwetsch-naieve taal en in den levendigen gang zijner verhalen. Zijn bronnen zijn deels vroegere werken van Hecataeus en Dionysius, deels mondelinge berichten, veelal van priesters, deels eigen ervaringen.