Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hannover

betekenis & definitie

Hannover - wordt de naam van het hertogdom Brunswijk, Luneburg, wanneer het in 1692 onder de regeering van Ernst August verheven wordt tot een keurvorstendom (zie LUNEBURG). Onder keurvorst George Lodewijk neemt ’t land deel aan den Spaanschen Successie-oorlog en aan den Noorschen oorlog in bondgenootschap met Rusland en Pruisen. In dezen laatsten oorlog werd het vergroot met de landsch. Bremen en Verden, waardoor het in bezit kwam van een belangrijke haven (1719).

Wanneer George Lodewijk onder den naam van George I koning wordt van Groot-Brittannië en Ierland, wordt ’t lot van H. nauw met dat van dit land verbonden en voert het op den duur dezelfde politiek als dit rijk. Zoo kon H. in den Zevenjarigen oorlog niet neutraal blijven, omdat Engeland’s belang dit niet kon goedkeuren (1766). Uit dit oogpunt moet ook beschouwd worden ’t toetreden van ’t keurvorstendom tot den Fürstenbund (1785), hoewel een machtsuitbreiding van Pruisen in strijd was met de belangen van H. Tengevolge van deze nauwe verbinding met Gr.-Brittannië werd H. ook betrokken in den 3en Coalitie-oorlog (zie REVOLUTIE-OORLOGEN) tegen Napoleon, die het land in Mei 1803 bezet. Bij het verdrag van Schönbrunn, dat Nap. in 1806 (15 Dec.) met den Pruis. gez. Haugwitz sloot, werd H. aan Pruisen beloofd, dat in ruil daarvoor neutraal bleef.

Wel beproefde de koning van Pruisen ’t verdrag te wijzigen; bij ’t tractaat van Parijs (15 Febr. 1806) zag hij zich echter genoodzaakt Hannover terstond in bezit te nemen. Wanneer echter in Engeland Fox min. is geworden en deze onderhandelin genaanknoopt met Frankrijk, biedt Napoleon aan H. terug te geven (Juli 1806), waardoor Pruisen zich gedupeerd voelt (zie PRUISEN, REVOLUTIE-OORLOGEN). Na de vorming van het koninkrijk Westfalen (1807) werd een groot deel van H. hieraan toegevoegd, terwijl de rest met Bremen bij Frankrijk werd ingelijfd. Toen echter Napoleon bij Leipzig verslagen wras (Oct. 1813), ontruimden de Franschen H. en nam de hertog van Cumberland in naam van George III bezit van ’t vroegere keurvorstendom (Nov. 1813), dat op het Weener Congres tot een koninkrijk verheven werd en Oost-Friesland er bij kreeg, terwijl het Lauenburg en Bremen verloor (Mei 1815). Door een personeele unie bleef het nieuwe koninkrijk met Groot-Brittannië verbonden.

In de regeering liet de koning zich bijstaan door de „Landstande”, bestaande uit edelen, wier toestemming noodig was voor ’t aangaan van leeningen en ’t invoeren van belastingen. Wanneer hij met den adel in conflict komt, worden de Landstande veranderd in een vertegenwoordiging bestaande uit 2 kamers,wier beraadslagingen echter geheim waren (1819). Tengevolge van de Juli-Revolutie (1820) ontstonden er ook in H. woelingen. Wel herstelde de regeering de orde, maar koning Willem, overtuigd van verschillende gebreken in ’t bestuur, voerde hervormingen in. Belastingen werden verlaagd en een commissie onder leiding van F. C. Dahlmann werd belast met ’t ontwerpen van een constitutie, diein 1833 tot stand kwam en de macht van den adel vernietigde. Slechts kort bleef deze grondwet van kracht. Wanneer na den dood van Willem diens nicht Victoria in GrootBrittannië opvolgt, komt in H., waar geen vrouw mocht opvolgen, zijn broeder Ernst August aan de regeering (1837). De eerste daad van den nieuwen koning was de opheffing van de constitutie van 1833 (Nov. 1837), hetgeen aanleiding gaf tot een protest van zeven prof. aan de Universiteit te Göttingen.

De Landstande werden weder bijeengeroepen, met wier hulp in 1840 een nieuwe constitutie wordt opgesteld, waarin de koning zijn macht aanmerkelijk ziet uitgebreid. Door de beweging, welke er tengevolge van de Maart-Revolutie in 1848 ontstaat, is de koning echter genoodzaakt een meer vrijzinnige grondwet te geven. Hoewel Ernst August er zich tegen verzet om den koning van Pruisen te verheffen tot keizer van Duitschland, sluit hij zich toch aan bij ’t voorstel van Pruisen om een bond te vormen van Duitsche staten onder leiding van Pruisen, die zich verbinden zou met Oostenrijk (Mei 1848). Wanneer echter Oostenrijk weer krachtig kan optreden, onttrekt H. zich aan dit verbond met Pruisen (Dec. 1849). De opvolger van Ernst August, George V (1851—66), heft de grondwet van 1848 op (1855) en geeft daarvoor in de plaats een minder vrijzinnige constitutie (1857). Onder zijn bestuur treedt H., dat met verschillende Thüringer staten een tolunie had gesloten (Steuerverein), toe tot de Zollverein, waardoor ’t economisch nauwer verbonden werd met Pruisen. De machtsontwikkeling van Pruisen zag de koning echter met leede oogeu aan. In de hoop gebiedsuitbreiding te krijgen, sloot hij zich aan bij Oostenrijk tegen Pruisen (1866).Den 15en Juni eischt Pruisen van de Hann. regeering over te gaan tot demobilisatie van ’t leger en tot toestemming in een hervorming van den Duitschen Bond, gelijk die door Pruisen zal worden voorgesteld.

Wanneer dit ultimatum niet wordt ingewilligd, rukken de Pruisen H. binnen, dwingen het H. leger bij Langensalza te capituleeren (27 Juni), waarop George V ’t land verlaat. Bij den vrede van Praag annexeert Pruisen ’t koninkrijk H. (Aug. 1866) en vormt het van dat oogenblik af een deel van dit rijk (zie WELFEN). Litt.: O. v. Heinemann, Geschichte Braunschweigs und Hannover (3 B., 1892); W. v. Hassell, Das Kurf. Hannover vom Baseler Friëden bis zur Preussischen Occupation (1894); F. Thimme, Die inneren Zustande des Kurf. H. 1806—1813 (1895); H. A. Oppermann, Zur Geschichte des Kön. Hannover (2 B., 1868).