Groote modderkruiper - Cobitis fossilis, een met den karper verwante visch, ook donderaal, meeraal of meerpoet geheeten, lang 30 c.M;, met donkerbruin of geelachtig, aalvormig lichaam; in ons land in stilstaande, modderige wateren, soms in rivieren, maar niet algemeen. Als ’s zomers het water verdampt en ook ’s winters kruipen zij in de modder en blijven hierin soms eenige maanden achtereen in verstijfden toestand leven, vandaar de gewone en de wetenschappelijke naam „fossilis”. De g. m. is zeer gevoelig voor electrische invloeden; bij het naderen van onweer wordt hij onrustig en hapt aan de oppervlakte naar lucht („weer”aal of ,,donder”aal), die zij in het darmkanaal opneemt, alwaar de zuurstof voor ademhaling gebruikt wordt (darmademhaling). Voedt zich met allerlei kleine waterdieren, vischkuit en ook met rottende plantaardige stoffen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk