Gezichtsbedrog - Men kan subjectief en objectief g. onderscheiden. Subjectief is het, wanneer b.v. door slag of stoot op of bij het oog een lichtindruk wordt teweeggebracht, wanneer in volkomen duisternis bij oogbewegingen kleuren of licht wordt waargenomen, enz. Objectief is het g. wanneer de voorstelling, die door een gezichtsindruk wordt teweeggebracht, niet in overeenstemming met de werkelijkheid is. Zoo wordt bij vergissing in afstand van een voorwerp de grootte hiervan verkeerd beoordeeld.
Door irradiatie wordt een wit veld op een zwarten grond grooter gezien dan een zwart veld van gelijke grootte op een witten grond. Bij letters, op een zelfde papier gedrukt, treden de roode letters vóór de blauwe of omgekeerd. Op geometrisch gebied is het aantal voorbeelden van g. zeer groot. Een karakteristiek voorbeeld van g. is de figuur, aan Zwaardemaker ontleend. Men denkt, dat de figuur van den jongen veel kleiner is dan die van den man; bij nameten blijkt dat zij even groot zijn.