Gargantua - de vader van den reus Pantagruel. Rabelais vertelt zijn geschiedenis in La vie horrifique du Grand Gargantua (1542). G. is koning van Utopia. Hij komt studeeren te Parijs, haalt hier allerlei dolle grappen uit, hangt zijn muildier de klokken van de Notre-Dame om, met het gevolg dat de Sorbonne hem haar afgevaardigde, Janotus de Bragmardo, den redenaar van de Faculteit, een onsterfelijk type van scholastieke waanwijsheid, zendt om te onderhandelen over de teruggave van de klokken.
Eerst studeert G. onder leiding van den bekrompen theoloog Thubal Holopherne, daarna onder die van den wijzen en humanen Ponocrates, die volgens een nieuwe, frische, humanistische methode met hem werkt. Dan roept zijn vader hem terug: Picrochole, de koning van het naburige land, heeft een inval gedaan. De oorlog, waarin de brave, levenslustige monnik Jean des Entommeures zich bijzonder onderscheidt, eindigt met de nederlaag van Picrochole. Koning Gargantua beloont den monnik met de stichting van een klooster naar zijn smaak, de beroemde „Abbaye de Thélème”, de Abdij van den vrijen wil, met de zinspreuk: „Fais ce que vouldras.”
