Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Gama

betekenis & definitie

Gama - (Vasco da—), Portugeesch zeevaarder,ontdekker van Indië, geb. omstreeks 1460 in destad Sines, van welke zijn vader gouverneur was.In den zomer van 1497 ontving hij te Lissabonhet kommando over vier schepen. G. koos zelfde Sao Gabriel als admiraalschip, terwijl Pauloda Gama, zijn oudste broeder, de Sao Raphaelkommandeerde. Het aantal manschappen wordtdoor Castanheda op 148, aangegeven. De duurvan de reis werd geschat op minstens twee jaar,zoodat een groote voorraad levensmiddelen engoederen werd meegenomen.

De bevelen, welkehij medekreeg, gaven hem de vrijheid, als gezant,soldaat en koopman op te treden. Den 8 Juli verliet men Portugal. B. Diaz begeleid-de hem met een schip tot aan de Kaapverdischeeil.; toen voer hij naar del Mina, de anderennaar het Zuiden. In ’t midden van Novem-ber bereikte men de Zuidelijkste punt vanAfrika, wat met trompetgeschal en kanon-gebulder werd begroet; maar hevige stor-men en tegenstroom brachten hen in groo-ten nood. De kust, waarlangs men 25 Dec.voer, noemde men terra natalis (geboorteland),het tegenwoordige Natal. Midden Januari rusttemen in de Delagoa-baai, door G. „waterplaatsdes vredes” genoemd, omdat zij hier door deinboorlingen vriendelijk werden ontvangen engoed drinkwater konden krijgen. Van hier af wasda G.’s reis een zuivere kustvaart. 24 Januari werd de Zambesie-mond ontdekt en 2Maart bereikte men de bocht van Mozambique.Daar ontmoette men schepen, die uit Indiëwaren gekomen en bij de beschaafde bewonersvond men goede ontvangst, zeekaarten en kennisvan den zeeweg naar Indië. Maar spoedig ver-anderde het tooneel: de Oostafrikaansch-Indi-sche handelaren zagen in de Portugeezen con-currenten ' en zetten de bevolking tegen dezenop, zoodat da G. het geraden achtte weder zee tekiezen.

Nog herhaaldelijk had hij met loodsenonaangename ervaringen. Eerst in Melinde vondhij een goedgunstig stadhouder, kreeg vertrouw-bare Indische loodsen en had zoodoende van 24April tot 20 Mei 1498 een rustigen tocht. Naeene zeereis van 10} maand wierpen de Portu-geezen het anker voor Galicut. Het doel wasbereikt. De verdachtmakingen der Arabierenhadden echter tenslotte zulk een invloed opden koning des lands, dat het tot een heftiggevecht met de Portugeezen kwam, zoodatda G. zich genoodzaakt vond terug te gaan. N ogeenmaal dreigde hen, van Goa uit, een overvaldes vijands; maar het resultaat ervan was slechts,dat de Portugeezen opmerkzaam werden ge-maakt op deze Noordelijker gelegen haven, die la-ter hun voornaamste steunpunt zou worden. Deterugreis ging met groote moeiten gepaard. In deondiepten aan de Zanzibarkust ging één dergroote schepen verloren.

In Sept. 1499 was mente Lissabon terug. G. werd met eerbewijzen over-laden. De koning verhief hem in den adelstand,benoemde hem tot admiraal van de Indischezeeën en schonk hem geld en aandeel in den toe-komstigen Indischen handel.— Groot is de ver-dienste van G. voor de aardrijkskundige we-tenschap: de Indische Oceaan was niet meer eenbinnenzee, zooals men sedert de Oudheid meen-de; het kaartbeeld van Afrika was in omtrekvastgelegd. Voor Portugal werd de ontdekkingvan G. van nog veel grootere beteekenis: hetwerd het begin van de groote koloniale periodevan dit kleine rijk. In 1502 voer G. weer uit met20 schepen, nu om de Mooren en Indiërs te be-straffen en tot onderwerping te brengen. Hijstichtte Portugeesche koloniën te Sofala enMozambique en hield een streng gericht aan deIndische kusten.

Toen hij met 13 zwaarbeladenschepen in ’t volgende jaar in Portugal terug-keerde, werd hij tot graaf verheven. KoningJohan III benoemde hem in 1524 tot onderkoningvan Indië. Als zoodanig ondernam hij zijn derdereis derwaarts, nu met 16 schepen. Maar niet langwas het hem vergund over het door hem ont-dekte land te regeeren, want reeds in Dec. vanhetzelfde jaar stierf hij te Kotsjin. Zijn lijk werdnaar Portugal overgebracht, waar zijn roem doorPortugal’s grootsten dichter Gamoês werd be-zongen (in zijne Lusiade).

< >