Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Galluszuur

betekenis & definitie

Galluszuur - trioxybenzoëzuur, een organisch zuur van de samenstelling C6H2(OH)3COOH, is in het plantenrijk algemeen verbreid, komt o.a. voor in de galnoten, in de thee, in de vruchten van Caesalpinia coriaria. In zuiveren toestand kristalliseert het met 1 mol. kristalwater in witte, zijdeachtig glanzende naalden van een wrang-zuren smaak, die in kokend water gemakkelijk oplossen, evenals in alkohol en in aether; g. smelt boven 220° onder ontleding; bij sterkere verhitting wordt het ontleed in kooldioxyde en pyrogallol. IJzerchloride geeft in de oplossing een blauwzwarte verkleuring of een precipitaat. G. vormt zich, tegelijk met glucose, wanneer men een oplossing van looizuur met verdund zwavelzuur kookt.

Bij het schimmelen van een waterig afkooksel van galnoten ontstaat eveneens g. Evenals het looizuur neemt het g. gemakkelijk zuurstof uit de lucht op, vooral wanneer er basen aanwezig zijn, en gaat daardoor over in gekleurde verbindingen; eveneens op een oxydatie van g. berust het gaandeweg donkerder worden van verschillende houtsoorten. In de photographie gebruikt men het wel als ontwikkelaar, daar het goud- en zilverzouten onder afscheiding van het metaal reduceert. In de techniek bezigt men het tot bereiding van verschillende kleurstoffen (gallocyanine, gallelne, galloflavine, enz.).

Het basische bismuthzout van g. draagt den naam van dermatol. Door uittreding van 1 mol. water uit 2 mol. g. ontstaat het digalluszuur of galloylgalluszuur (OH)3C6H2OCOC6H2 (OH)3COOH.

< >