Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Feria

betekenis & definitie

Feria - (van feriare, vieren), was bij de Romeinen een dag, waarop alle zaken en vooral gerechtszaken rusten. — In kerkelijk gebruik werd deze naam het eerst gebruikt voor de dagen van de Paaschweek, verder ook op de z.g. Statie-dagen (Woensdag en Vrijdag), waarop kerkelijke feesten werden gevierd. Tegenwoordig noemt men in de R.K. Kerk die dagen feriae, waarop geen bepaald feest wordt gevierd. Volgens den rang onderscheidt men feriae privilegiatae (Aschwoensdag, de dagen v. d. Goede Week, de dagen onder het octaaf van Paschen en Pinksteren), waarop geen ander feest kan gevierd worden; fer. maiores (de dagen van den Advent en Vastentijd, de Quatertemperdagen), die in de kerkelijke getijden ten minste herdacht worden (waarvan een Commemoratio wordt gehouden); fer. minores, waarvan op feesten geen Commemoratio wordt gehouden.