Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

Faraday

betekenis & definitie

Faraday - (Michaël), Engelsch natuurkundige,geb. Newington bij Londen 1791, eerst boek-bindersleerling, legde zich op de natuurkundetoe, 1813 assistent aan het chemisch laborato-rium van de Royal Institution, 1827 hoogl. in descheikunde aldaar, sinds 1824 lid van de Royalsociety, overl. Hampton Court bij Richmond1867.

F. is ongetwijfeld een der grootste genieëngeweest op experimenteel physisch gebied, diegeleefd hebben. Hij is do ontdekker geweestvan de electromagnetische inductieverschijn-selen* (1831), van de beteekenis der diëlectrische*constante, het diamagnetisme*, de magnetischedraaiing* van het polarisatievlak* van hetlicht, de naar hem genoemde wet omtrent deelectrochemische verschijnselen, terwijl ookvan hem afkomstig is de opvatting, volgens welkebij de electrische en magnetische verschijnselende middenstof (diëlectricum*) de belangrijksterol zou spelen, welke opvatting den grondslagvormt van de later door Maxwell* ontwikkeldetheorie omtrent de electriciteit en het magnetis-me. De meeste zijner onderzoekingen zijn ver-zameld in zijn werk Experimental Researches inEleclricity (3 deelen, Londen 1846).

< >