Exlibris - (Lat., uit de boeken), boekmerk, eigendomsteeken, bibliotheek-etiket. Dient tot aanduiding of herkenning van boeken of handschriften, behoorende tot de boekerij van een bepaald persoon of instelling. In de Middeleeuwen werden reeds boekmerken gebruikt, vooral in klooster-bibliotheken, doch dat waren meerendeels geschreven aanwijzingen van de plaats van herkomst, die op de voorsnede of op een der schutbladen werden aangebracht. Later werden de banden voorzien van de initialen, het monogram of het wapen van den eigenaar.
Ten slotte, sedert omstr. 1450, vervingen afzonderlijke etiketten, prentjes of gravures de vroeger gebezigde blinde of vergulde bandstempels als merkteekens. — Het oudste bekende boekmerk, van ± 1450, behoorde aan Johannes Knabensperger, genaamd Igler, en stelt een egel voor, waarbij eene legenda is aangebracht. Het oudste boekmerk met datum is van 1616. De oudste Nederlandsche e. dagteekenen van 1587 (Dirk van Lynden) en 1597 (Anna van der Aa). Vele voorname kunstenaars o.a.: Dürer, Cranach, Holbein, Sattler, Daudelet, Cuypers, Molkenboer, Der Kinderen, Hogarth, Eisen, om ons tot de ouderen te bepalen, hebben voor boekmerken ontwerpen geleverd, en op die wijze bijgedragen om het gebruik ervan meer in zwang te brengen. Sedert in bijna elk beschaafd land vereenigingen zijn opgericht, met het doel de kennis en het gebruik van boekmerken te bevorderen, is de belangstelling bij verzamelaars veel meer opgewekt, en is langzamerhand een geheele litteratuur over dit onderwerp ontstaan. In ons land zijn twee belangrijke en fraaie werken over e. uitgegeven door A. A. Vorsterman van Oyen te Arnhem, getiteld: „Bibliographie des ouvrages. plaquettes, articles de revues sur les exlibris” en: „Les dessinateurs neérlandais d’ex-libris.”