Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Delpino

betekenis & definitie

Delpino (Frederico), Ital. plantkundige, geb. 1833 te Chiavari, overl. 1905 te Napels, studeerde te Genua in de natuurwetenschappen, doch moest om financieele redenen de studie opgeven, werd daarna tot 1867 beambte aan het ministerie van financiën, en hield zich in zijn vrijen tijd met botanische studies bezig. In 1867 werd hij assistent aan het Botan. Labor. te Florence en in 1871 leeraar aan de boschbouwschool te Vallombroso. Na de wetenschappelijke reis van de Garibaldi ten deele te hebben meegemaakt, werd hij in 1875 prof. in de plantkunde te Genua, in 1884 te Bologna en in 1894 te Napels.

D. is een van de grondvesters van de bloemenbiologie, tevens verrichtte hij ook belangrijk werk op oecologisch gebied b.v. over mierenplanten, nectariën, insectenetende planten, verspreiding van zaden en vruchten, enz. Ook zijn van zijn hand belangrijke verhandelingen verschenen op het gebied van de uitwendige morphologie o.a. over den bladstand, over het ontstaan van gevulde bloemen, over de zygomorphie, enz. Verder schreef hij over de beteekenis van de oecologie voor de plantengeografie.

< >