Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Damsté

betekenis & definitie

Damsté (Pieter Helbert), Nederl. philoloog, geb. 1860 te Wilsum, stud. 1879-85 te Leiden onder Cobet en Cornelissen, was 1882-’85 slag van de den Universiteitswedstrijd winnende Njord-ploeg; gepromoveerd 5 Mei 1885 op een crit. dissertatie over de Argonautica van Valerius Flaccus, was 1887-’89 praeceptor aan het gymn. te Gorinchem en daarop tot 1902 aan dat te Leiden; in Sept. van laatstgenoemd jaar benoemd tot hoogl. in de Lat. taal en letterkunde aan de univ. te Utrecht, aanvaardde hij dit ambt 17 Nov. daaropvolgend met een rede, getiteld: De Arte et Munere Docendi. Werken: voornamelijk critische bijdragen in de „Mnemosyne” sedert 1888 en in andere tijdschriften. Zijne Lat. gedichten zijn door het Hoeufftiaansch Legaat tweemalen met goud bekroond en meermalen eervol vermeld: een bloemlezing daaruit Carmina latina, te Leiden (1915). Verder uitgaven van Curtius Rufus (1897) en Sallustius (1892 en ’93).

< >