Dagboog - (sterrekunde), het deel van den parallelcirkel, dat een hemellichaam van zijn opkomst tot zijn ondergang doorloopt; het andere deel wordt gewoonlijk „nachtboog” genoemd. Voor den bewoner van het N. halfrond is de dagboog van sterren met N. declinatie grooter, met Z. deel. kleiner dan de helft van de parallel. Voor den equatorbewoner zijn alle dagbogen 180°; bovendien is voor de geheele aarde de dagboog van een hemellicht in den hemelequator 180°.
Dit is de dubbele beteekenis van den equator of evenaar, in het bijzonder in de toepassing op het geval van de zon: staat de zon in den evenaar, dan zijn op de heele aarde dag en nacht even lang; bewoners van den evenaar hebben het heele jaar door een dag en een nacht van 12 uren. Zie CIRGUMPOLAIR-STERREN en SFEER.