Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Courier de méré

betekenis & definitie

Courier de Méré (Paul Louis), geb. in 1772 te Parijs, behoort met Benjamin Constant en den liedjesdichter Béranger tot de voornaamste bestrijders der Restauratie. Niettegenstaande zijn aanleg, zijn karakter en zijn geest hem daarvoor uiterst ongeschikt maakten, werd hij in 1793 artillerie-officier. Desertie, nalatigheid, allerlei vergrijpen tegen de militaire tucht, daarbij een hartstochtelijke liefde voor de studie, in ’t bijzonder van de Grieksche schrijvers, maakten in 1812 voor goed een einde aan zijn krijgsmansloopbaan, die hem niets dan teleurstelling en ellende gebaard had. Nog vóór het verlaten van den dienst had hij te Florence in de beroemde Bibliotheca laurentiana toen onbekende bladzijden van „Daphnis en Chloé”in een handschrift van Longus ontdekt.

Bij het overschrijven maakte hij een inktvlek, waardoor een twintigtal woorden van het kostbare handschrift onleesbaar werden. De woede van den bibliothecaris Furia, die hem van moedwil beschuldigde, was zóó groot, dat C. ternauwernood aan gerechtelijke vervolging en gevangenisstraf ontsnapte. In 1813 huwde hij met de dochter van den hellenist Clavier. Hij vestigde zich op zijn landgoed la Chavonnière te Véretz, Touraine, en begon nu oppositie te voeren tegen de Restauratie en haar aanhangers. In 1816 richtte hij voor de bewoners van Luynes, die zich ernstig over het optreden van de regeering te beklagen hadden, een verzoekschrift tot de Kamers, Pétition aux deux Chambres; in 1820 toen de „Académie des Inscriptions et belles-lettres” hem de plaats van zijn overleden schoonvader geweigerd had, schreef hij zijn Lettre à messieurs de l’Académie en een reeks politieke brieven in het dagblad „le Censeur” en gaf in 1821 een Simple discours uit, waarin hij scherp ironisch opkomt tegen het regeeringsvoorstel strekkende om het landgoed Chambord aan den Hertog van Bordeaux ten geschenke te geven. C. werd veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf en 300 francs boete. Intusschen was zijn naam een der populairste van Frankrijk geworden. Zijn Pétition pour les villageois qu’on empêche de danser bezorgde hem een nieuw proces.

Zijn laatste politiek pamflet Pamphlet des pamphlets, is een meesterwerk. 11 April 1825 vond men zijn lijk in het bosch van Larçay in de buurt van Véretz door drie kogels doorboord. Te Parijs zag men in dezen moord een politieke wraakneming. De zaak werd tot tweemaal toe voor de Cour d’assises gebracht, zonder dat het gelukte de schuld van de hoofdpersonen in dit drama, n.l. Mevrouw Courier, den tuinier Frémont en de boerenknechts Pierre en Symphorien Dubois, vast te stellen. — C. is een der meest litteraire pamfletschrijvers van de XlXe eeuw. Zijn taal en stijl zijn een kunstig samenstel van XVIe- en XVIIe-eeuwsche bestanddeelen. Niets in zijn geschriften (waaronder een honderdtal brieven, die hij tusschen 1804 en 1812 schreef, een belangrijke plaats innemen) herinnert ook maar in de verte aan den nieuwen geest, waaruit weldra de Romantische School zou geboren worden. C. is in merg en been een bewonderaar van de klassieken, ook van de Fransche; in die mate zelfs, dat hij eens aan den hellenist Boissonnade schreef: „Geloof toch vooral niet, dat er iemand geweest is, die Fransch geschreven heeft, sedert de regeering van Lodewijk XIV”.

Op het gebied der klassieke philologie heeft hij een editie van de Pastoralia van Longus (1810) gegeven, alsmede vertalingen van Xenophon’s Hipparchicus en De Re Equestri (1813), een commentaar op Amyot’s uitgave van Heliodorus (1822) gemaakt, terwijl zijne aanteekeningen op de memorabilia van Xenophon na zijn dood door Sinner zijn gepubliceerd (1842). Voorts voltooide hij de vertaling van Pausanias (1814-23) door zijn schoonbroeder Etienne Clavier (1762-1817). Zie verder: Œuvres, publ. par. Fr. de Caussade, Paris 1912; R. Gaschet, La jeunesse de P.-L. Courier, étude sur sa vie et ses œuvres de 1772 à 1812, Paris 1911; Sainte-Beuve, Lundis, tome VI; Louis André, l’Assassinat de P.-L. Courier, Paris 1913.