Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Collectieve arbeidsovereenkomst

betekenis & definitie

Collectieve arbeidsovereenkomst. De wet verstaat hieronder eene regeling, getroffen door een of meer werkgevers of eene of meer rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen van werkgevers, met eene of meer rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen van arbeiders, omtrent arbeidsvoorwaarden, bij het aangaan van arbeidsovereenkomsten in acht te nemen (art. 1637 n B.W.) Deze door de wet gegeven definitie geeft tot critiek aanleiding, daar volgens haar de coll. arb. ov. eigenlijk geen arbeidsovereenkomst is, maar eene regeling, welke aan eventueele individueele arbeidsovereenk. ten grondslag zal moeten liggen. — Elk beding tusschen den werkgever en den arbeider, strijdig met eene dergel. coll. overeenkomst, door welke zij beiden gebonden zijn, zal op de daartoe strekkende vordering van ieder dergenen, die bij de coll. arbeidsovereenk. partij waren, met uitsluiting evenwel van den werkgever zelven, worden nietig verklaard (art. 1637n B.W.). Het aantal coll. arb. ov. hier te lande bedroeg op 1 Jan. 1916 427, verdeeld over de volgende bedrijfsgroepen: aardew., steenen enz. 3, diamantbewerking 1, drukkersbedr. 7, bouwbedrijven 84, chemische nijverh. 1, houtbewerking enz. 14, kleeding 99, vervening 3, metaalbew. enz. 66, papier enz. 7, textielnijverh. 2, ber. van voedings- en genotmiddelen 53, landbouw 12, handel 37, verkeer 37, verzekeringswezen 1.