Chamaven - Germaansche volksstam, die bij het begin van onze jaartelling tusschen den Gelderschen IJsel en de Lippe woonde. Oostelijk van hen woonden de Brukteren, in wier land zij tegen het einde van de eerste eeuw na Chr. gedeeltelijk binnendrongen. Uit hun gebied, dat nog lang daarna naar hen den naam H a m a l a n d gedragen heeft (de z.g. Graafschap of Achterhoek behoorde er toe), werden zij waarschijnlijk grootendeels verdreven door de Saksen (4e eeuw); zij worden daarna vermeld op de Veluwe, verder Zuidelijker in het N. van Brabant, vanwaar zij zich langs de Maas uitbreidden (in de z.g. Maasgouw).
Evenals de Saliërs, die oorspr. in Overijsel (Salland), ten N. van hen woonden, behooren de Ch. tot de stammen, die gezamenlijk den naam Franken kregen. Dat zij onder de Franken een zekere zelfstandigheid bewaarden, blijkt uit hun afzonderlijk recht, dat in de lex Chamavorum (begin 9e eeuw) is opgeteekend, een uitbreiding van de lex Salica (het recht der Saliërs).
