Causaliteit - het verband van oorzaak en gevolg (werking). Over den oorsprong en de geldigheid van het oorzaak-begrip bestaat er onder de wijsgeeren alles behalve eenstemmigheid. Van groote beteekenis in deze zaak is Hume, die er op wees, dat wij het innerlijk verband van oorzaak en werking niet doorzien. Nòch uit de zuivere rede, nóch uit de ervaring van de buitenwereld kunnen wij de geldigheid van het causaliteitsprincipe bewijzen.
De regelmatigheid van het gebeuren tot dusver bewijst niet, dat zij ook in de toekomst zal plaats hebben, al mogen wij dit ook verwachten. Hume leidt de c. dus af uit gewoonte en subjectieve associatie. Kant toonde aan, dat „oorzaak” een denkbegrip a priori is, een kategorie, zonder welke geen ervaring (objectiviteit) mogelijk is. Deze geldt echter alleen voor de wereld der verschijnselen (fenomenale w.), de natuur. Niet slechts het anorganische, ook het organische psychische, sociale, historische gebeuren is causaal bepaald. Het gezichtspunt van het causale verband is echter niet het eenige van waaruit wij het geestelijk gebeuren beschouwen kunnen. — Onderwerp van moeilijke discussies is nog steeds de verhouding van causaliteit en doel (in de natuur), van causaliteit en vrijheid in het menschelijk handelen (determinisme, indeterminisme).