Cassander - zoon van Antipater, geb. ± 350 v. C., nam geen deel aan den tocht van Alexander, werd 321 onder Antigonus bevelhebber der ruiterij en voerde met dezen langdurige oorlogen tegen Polysperchon, die door Antipater bij diens dood in 319 tot troonopvolger was benoemd. Hij overwon de oude koningin Olympias, die hij liet ombrengen, zette Roxane en haar zoon Alexander gevangen en bemachtigde de heerschappij in Macedonië (317) en Griekenland (316/6). In verbond met Ptolemaeus en Lysimachus beoorloogde hij zijn tot Polysperchon afgevallen bondgenoot Antigonus. Bij den algemeen en vrede van 311 werd hij tot strateeg in Europa benoemd, waarop hij den jongen Alexander en diens moeder Roxane in stilte liet dooden.
Nieuwe oorlogen volgden, toen Polysperchon Heracles, Alexander’s zoon bij Barsine, op den troon plaatste, maar een verdrag had de vermoording van Heracles ten gevolge. In 306 nam hij den koningstitel aan. Hij bleef tot zijn dood (297) in ’t bezit van Macedonië, welks grenzen hij tegen de Kelten verdedigde en dat onder zijne regeering tot nieuwen bloei kwam. Hij heeft de havenstad Cassandrea doen aanleggen.