Caesarëa - naam van vele steden in de Oudheid:
1) C. Mauretaniae, nu Cherchel*, als PhoenieischCarthaagsche colonie Jol, was de residentie van koning Juba II, die het ter eere van Augustus C. noemde, en werd later de hoofdstad van Mauretania Caesariensis, door Claudius tot Rom. colonie verheven. Tot het einde der Oudheid een stad van beteekenis, waarvan nog belangrijke bouwvallen overig zijn.Het archaeologisch onderzoek brengt er nog telkens kunstschatten aan den dag, vooral beeldhouwwerken uit de verzameling der Mauretanische koningen.
2) C. Cappadociae, vroeger Mazaca genaamd als koninklijke residentie, maar door Tiberius 18 n. C. aldus herdoopt. Wegens de ligging aan den voet van den Argaeos werd het ook C. ad Argaeum genaamd.
3) C. Palaestinae, vroeger Stratonis Turris, aan de grens van Galilaea en Samaria, door Herodes 13 v. C. ter eere van Augustus vernoemd. Later zetel der Rom. stadhouders en hoofdstad der provincie. Vespasianus werd hier tot keizer uitgeroepen en tijdens de kruistochten werd het beurtelings door de kruisvaarders en Saladin veroverd. C. wordt vooral in de Handelingen der Ap. genoemd. Petrus en Filippus, maar vooral Paulus vinden we daar meer dan eens. Hij zat daar in voorarrest gedurende twee jaren onder de stadhouders Festus en Felix.
4) C. Panëas of Philippi, eveneens in Palaestina, aan den Z. voet van den Hermon, vlak onder de bron van den Jordaan, door den tetrarch Philippus 3 v. C. gesticht, nu Banias, een dorp zonder veel beteekenis. De plaats is bekend als het tooneel, waar Petrus Jezus als den Christus beleed (Mark. 8 : 27).