Brons (Simon), geboren 1838 te Rotterdam, overl. 1915 in den Haag; werd voor den handel opgeleid, maar gevoelde van jongs af eene sterke neiging tot de toonkunst (zijne moeder was de oudste zuster van W. Hutschenruyter Sr.); vormde zich geheel autodidactisch tot toonkunstenaar en muziekgeleerde van beteekenis. Hij schreef: Algem. Muziekleer, Methodiek voor het Klavierspel, De Muziek en haar Wezen, en (samen met C. Immig jr.) eene Geschiedenis der Muziek, naar Bernhard Kothe's „Musikgeschichte” en andere bronnen.
B. was ook gedurende korten tijd redacteur van „Het Orgel”. Zijne composities zijn van geene beteekenis.