Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Borssele (wolfert)

betekenis & definitie

Borssele (wolfert) - 1) Borssele, Borsele, Borselen (Wolfert van), tweede heer van Veere, droeg in 1280 zijn heerlijkheid Veere en Zandijk op aan gravin Beatrix van Holland en ontving ze weder van haar in leen, hetgeen door haar gemaal, Floris V, werd bekrachtigd; na den dood van laatstgenoemde kreeg hij grooten invloed op diens jeugdigen zoon en opvolger, Graaf Jan, waarop hij met groote willekeur begon te heerschen; hij maakte zich door het beperken van de rechten der Hollandsche steden bij deze zeer gehaat, o.a. door eene verandering in de munt, en Dordrecht kwam ten slotte tegen hem in openlijk verzet; hij sloeg toen voor genoemde stad het beleg, werd echter gevangen genomen, op het Steen te Delft gevangen gezet en 1 Aug. 1299 aan een saamgeschoolde menigte overgeleverd, die hem vermoordde.

2) Borssele, Borsele, Borselen (Wolfert van), heer van Veere, Sandenburg, enz., huwde met de Schotsche prinses Maria, zuster van Koning Jacobus I, nam in 1467 deel aan de verovering van Dinant, het volgend jaar aan die van St.-Truijen, Luik, enz., werd in 1477 door Maria van Bourgondië tot stadhouder van Holland, Zeeland en Friesland benoemd, legde dezen post, daar de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten hem het regeeren zoo goed als onmogelijk maakten, in 1480 neer en overleed 14 April 1487. Zijn dochter Anna, uit zijn tweede huwelijk met Charlotte van Bourbon, huwde in 1481 met Filips van Bourgondië, een zoon van Antonie van Bourgondië; zij muntte uit door groote geleerdheid en overleed 8 Dec. 1618. Haar zoon Adolf, geb. 1489, werd door Erasmus opgevoed.

< >