Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bierdraf

betekenis & definitie

Bierdraf - afvalproduct bij de bierbereiding. In b. komen de bestanddeelen van gerst voor, behalve een groot gedeelte van het zetmeel en het oplosbaar eiwit, wat er aan onttrokken is. Het watergehalte is 70—83%, het gehalte aan eiwit 5.3%, aan vet 1,5%, aan zetmeel 12.9%, welke bestanddeelen voor meer dan 2/3 verteerbaar zijn. B. wordt als veevoeder gebruikt.

Versche b. wordt spoedig zuur en bederft, waarom het alleen gebruikt kan worden op boerderijen in de omgeving van de brouwerijen. Het kan zeer goed gegeven worden aan melkkoeien, aan mestrunderen. Tegenwoordig wordt de b. dikwijls machinaal gedroogd. Als ze maar niet te hoog verhit wordt, vermindert de verteerbaarheid niet. Wel wordt een voedsel verkregen, dat niet bederft, en dat goed verzonden kan worden.

Het watergehalte is 14 a 15%, het gehalte aan eiwit 20.2%, aan vet 7.7%, aan zetmeelachtige stoffen 43.6%, aan ruwvezel 15%, aan zouten 4,2%. De verteerbaarheid is goed. Wij hebben in gedroogd b. een krachtig voedsel, dat meer en meer ingang vindt, ook als paardenvoeder, vooral als de prijs der haver hoog is. Ook voor rundvee is gedroogde bierdraf een goed voeder. Varkens verteren bierdraf niet goed, waarom het aan deze dieren weinig gegeven wordt.

< >