Berkel en rodenrijs

betekenis & definitie

Berkel en rodenrijs - gem. in Z.-Holl., opp. bijna 2000 H.A., voor het grootste deel bestaande uit laagveen; de gem. bevat het dorp Berkel en een aantal polders; het deel van het dorp B. in de richting van Zegwaard heet het Noordeinde, dat naar de zijde van Overschie het Zuideinde of Rodenrijs; het Z. O. gedeelte der gem. een strook grond van omstreeks 10 H.A., de Tempel, vormde tot 1856 een eigen gemeente. De heerlijkheid B. en-R. was voorheen een bezitting der heeren Van Egmond en van 1600 tot 1608 van Oldenbame veldt. De gem. telt 2900 inw., waarvan 45 % R. Kath., en heeft een halte van de electr. spoorlijn Scheveningen—Rotterdam.