Balder, Noorsch Baldr, eig. de Heer (Noorsche Myth.), de tweede zoon van Odin en Frigg, de broeder van Thor en vader van Forsete. Hij bezat zulk een schoonheid, dat hij door licht omstraald werd en zijn hoofd schitterde als de zon. Een zacht licht omgaf ook zijn woning Breidablik, waar hij met zijn liefelijke gade Nanna verblijf hield. Hij was de lieveling der Asen en der menschen, doch vond een vroegtijdigen dood. Eens werd hij, zoo verhaalt de mythe, door zware droomen beangstigd, die ook Frigg, ontstelden. Deze beval daarom aan Gna op een paard, dat het water en de lucht doorkliefde, de geheele aarde rond te trekken om aan alles wat bestond: vuur, water, ijzer en andere metalen, aarde en steenen, dieren en planten, ziekten en vergiften, den eed af te nemen, dat zij B. niet zouden deren. Loki, de boosaardige vijand der Asen, wist Frigg de mededeeling van dien maatregel te ontlokken en ook, dat Gna het niet de moeite waard had geacht om een onbeduidend boompje Misteltein (maretak) den eed af te nemen. Nu gaf hij een takje daarvan aan den blinden doch krachtigen Hödr en noodigde hem uit daarmede naar B. te werpen, die doodelijk getroffen werd. Op het verzoek der bedroefde Asen ging hun bode Hermodr, nadat de lijken van B. en van zijn van droefheid gestorven gemalin Nanna verbrand waren, naar Hela, de heerscheres der onderwereld, om haar te bewegen den lieveling der goden tegen een hoogen losprijs af te staan. Odin gaf den bode zijn paard Sleipnir; Hermodr, die B. en Nanna in de onderwereld op een troon vond zitten, verkreeg van Hela de belofte van B.’s terugkeer, op voorwaarde dat alles op aarde, levenlooze zoowel als levende voorwerpen, hem beweenden. De Asen zonden daarop boden uit naar alle streken der wereld; de laatste daarvan keerde terug met de tijding, dat hij een reuzin had aangetroffen, die geen tranen wilde storten. Toen begrepen de Asen, dat Loki de gedaante dier reuzin had aangenomen om B.’s terugkeer te verhinderen. B. moest nu in het doodenrijk blijven tot aan den tijd der groote godenschemering (Ragnarökr); dan stijgt hij met Nanna opwaarts om met de andere goden een nieuwen Asgaard te stichten. De beteekenis van de figuur van B. is onzeker: hij was misschien een zonnegod, maar de verhalen omtrent hem in de verschillende Noorsche bronnen loopen zeer uiteen en zijn soms sterk Christelijk getint, daar B. later met Christus vergeleken schijnt te zijn.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk