Bakschuif (stoomwerktuigk.)

betekenis & definitie

Bakschuif (stoomwerktuigk.) - De stoomverdeelingsorganen dienen om den stoom zoo oeconomisch mogelijk voor en achter den zuiger te verdeelen. Deze organen worden onderscheiden in binnen- en buitenorganen. Eerstgenoemde kan men verdeelen in schuiven en kleppen, laatstgenoemde dienen voor beweging van de binnenorganen. Bij kleine, eenvoudige stoommachines gebruikt men dikwijls stoomverdeelingsorganen zonder veranderlijkeexpansieen is de ba kschuif het eenvoudigste orgaan voor eene dergelijke stoomverdeeling (figuur). Deze schuif heeft den vorm van een kast, die met haar opening naar het spiegelvlak van den eylinder toegekeerd is. Bij middelstelling bedekken de schuiflappen juist de openingen der stoomkanalen. De schuif beweegt zich naar beide richtingen over een afstand gelijk aan de excentriciteit van het excentriek. Men kiest gewoonlijk bij deze schuiven den vullingsgraad 60 % —60% of 70% en maakt dan de excentriciteit gelijk aan resp. 0,8 a +e, a + e of a + e; de buitenlap e resp. gelijk 2a, 2a, 2a en de binnenlap resp. gelijk 0,7a, — 0,5a, — 0,3a.