Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bakker korff (alexander hugo)

betekenis & definitie

Bakker korff (alexander hugo) - zoon van den schrijver Johannes Bakker Korff, geb. te ’s-Gravenhage 1824, overl. 28 Jan. 1882 te Leiden. In ’t begin werkte hij op ’t leerlingen-atelier van Com. Kruseman, later bezocht hij de Haagsche akademie onder Prof. v. d. Berg; 1845 vertrok hij naar Antwerpen,' waar hij bij Wappers en de Keyser heeft gestudeerd. Na zijn terugkomst in 1848 vestigde hij zich te Oegstgeest, van 1850 af te Leiden, 1852 woonde hij in den Haag en na 1856 voor goed te Leiden.

Van de historische richting zijner leermeesters week hij spoedig af, doch had in ’t begin met zijn binnenhuisjes met genre-figuurtjes weinig succes. Mettertijd groeide echter zijn roem en verhief men hem tot „den Hollandschen Meissonier”. Zijn bekende kleine schilderijtjes geven meestal voorstellingen uit ’t begin der 19e eeuw ± 1830, gewoonlijk in dezelfde intérieurs van dezelfde oude dametjes, wier leven, kleine genietingen en sentimenten hij steeds weer anders wist te schilderen. Blijkbaar dienden hem bereidwillig dezelfde oude familieleden tot modellen. Zijn schildertrant blijft bij alle nauwkeurigheid en gladde fijnheid, die inderdaad dikwijls aan Meissonier’s trant doen denken (men verhaalt, dat hij de schilderijen op zijn ezel in een doos tegen stof beveiligde), toch steeds frisch en levend.

Zijn gaven als stillevenschilder spreidde hij gaarne ten toon aan de talrijke voorwerpen, waarmee hij zijn sujetten placht te omgeven: oud porselein, glazen, meubilair, tapijten. Zijn kleur heeft dikwijls iets pikants; (een enkel domineerend wit van een négligé en door één paars strikje verlevendigd en d.). Boven het peil van de tijdgenooten, die dergelijke gevallen schilderden, verheft B. K. zich verre. Een zijner meest bekende werken is de Romance (1869), andere dragen namen als: de Courant, de Toast, de Laster, en derg. teekenende titels meer. Men vindt zijn werken in vele particuliere verzamelingen in Nederland, verder in ’s Rijksmuseum, de stedelijke musea te Amsterdam en te ’s-Gravenhage en in de Lakenhal te Leiden, die ook allerlei relieken uit zijn atelier bewaart. J. Gram in M. Rooses’ Het schilderboek; Vosmaer, Onze hedendaagsche schilders I; Marius, De Hollandsche schilderkunst, 1903.

< >