Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Baggerbak

betekenis & definitie

Baggerbak, baggeraak, baggerschuit, vaartuig, dat dient om baggerspecie weg te brengen; voor grootbedrijf als platboomschuit in ijzer geconstrueerd. De uitwendige dwarsdoorsnede is dan rechthoekig, de inwendige trapezium-vormig om het wegnemen der specie te vergemakkelijken. Tusschen beide vormen de dwarsschotten, luchtkasten. Op de Nederlandsche tijrivieren werden vroeger en thans nog voor kleinbedrijf voornamelijk de v l e t of S l i e d r e c h t s c h e a a k gebruikt, een klein stevig scheepje, dat, behoudens een voorplecht, geheel open is.

Het is van losse zetboorden voorzien, om het ledigen der baggerbeugels te vergemakkelijken. Deze zetboorden worden eerst opgezet, wanneer de schuit gedeeltelijk afgeladen is. Het vlak loopt op tot in den neus. Tot de baggeraken behooren nog de H e d e l s c h e a a k, de V r e e s w ij k s c h e z a n d s c h u i t, de s l ij k p r a a m v a n U t r e c h t, enz. De baggerspecie wordt uit den baggerbak verwijderd door handbedrijf en wanneer het ijzeren baggerbakken geldt, door een zuigbagger of door onderlossing. — Onderlossers zijn baggerbakken met bodemkleppen, welke toelaten, de specie op daartoe geschikte plaatsen te storten.

< >