Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Badjo of badjau (orang)

betekenis & definitie

Badjo of Badjau (Orang), naam van de zee-nomaden, die men vindt of tot kort geleden vond op de N.W. kust en op het N.lijke deel van de O.kust van Borneo, op Celebes ten Z. v. Tontoli, aan de golf van Tomini en den Banggai-Archipel, op het Z.O. schiereiland v. Celebes, op Batjan op Groot-Basterd in de baai v. Getiking (N.kust v. Flores), op Adoenara, op de kust van Soembawa, op Saleyer en Bonerate en op de Soemenepsche eilanden. In kleeding, taal en gebruiken verschillen zij gewoonlijk van de bevolking der eilanden, waar ze zich tijdelijk ophouden; ze bestaan uitsluitend van de vischvangst. Een deel van hen heeft zich reeds in kampongs gevestigd, o.a. die aan de N.W. kust v. Borneo. De herkomst dezer zwervende stammen is niet met zekerheid bekend.

< >