Augsburg - stad in Beieren, aan de Lech, prov. Zwaben; de Romeinsche nederzetting Augusta Vindelicorum; in de middeleeuwen een bisdom, werd A. in den loop der 13e eeuw steeds meer van den bisschop onafhankelijk, en een vrije rijksstad; in 1805 kwam A. aan Beieren. Het is de vaderstad van den schilder Hans Holbein (geb. in 1497). — In 1530 op den rijksdag te A. boden de Protestanten aan Karel V de Augsburgsche Confessie aan. In 1548 werd op den rijksdag aldaar door den keizer als voorloopige regeling der godsdienstkwestie het „Interim” afgekondigd, en in 1555 de Godsdienstvrede van A. Het verbond van A. in 1686, vereenigde op aansporen van onzen stadhouder Willem III, den keizer, Spanje, Zweden en vele Duitsche vorsten tegen Frankrijk. (Het werd in 1588 door toetreden van Engeland, Nederland en Savoye, uitgebreid tot het verbond van Weenen). — A. is gelegen op het schiereiland tusschen de Lech en haar zijrivier de Wertach, op het kruispunt van twee wegen; één W.-O. (Parijs-Weenen), de andere bracht de waren door Venetië aangevoerd in de middeleeuwen over den gemakkelijken Brennerpas naar Innsbrück en zoo naar A. De handelsbetrekkingen van A. reikten over de geheele, toen bekende wereld.
Kooplieden, als de Welsers en Fuggers verzamelden zulke schatten, dat A. de groote geldmarkt van Duitschland werd. Van dien rijkdom getuigen nog de beide St. Ulrichskerken, de Dom, het „Fuggerhaus”, d.i. het paleis der Fuggers, een complex van fraaie gebouwen; het Fuggermuseum; de „Fuggerei”, een stad in de stad met straten, poorten, kerk en 53 huizen, waarin nog heden over de honderd arme gezinnen wonen, die ƒ1. per jaar huur betalen, een stichting der Fuggers. Het stadhuis, van 1620, geldt voor het mooiste van Duitschland uit dien tijd; van buiten is alle overlading streng vermeden, daarentegen schrikte men voor de rijke „Gouden zaal” met haar 60 ramen, voor geen kosten terug. Tegenwoordig komt A. vooral op door katoen-, wol-, en metaalindustrie; bovendien bierbrouwerijen. Het aantal inwoners bedraagt 143.000.