Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Artz (david adolphe constant)

betekenis & definitie

Artz (david adolphe constant) - Nederl. schilder geb. te ’s Gravenhage 18 Dec. 1837, gest. aldaar 8 Nov. 1890. A. was een leerling van de Rijks Akademie te Amsterdam, die toen onder de leiding van Royer stond, en waar hij tijdgenoot van A. Allebé was. Zijn andere vriend, Jozef Israëls, oefende reeds vroeg invloed op hem uit, vooral toen hij in 1859 met dezen naar Zandvoort trok om daar te studeeren. In dit zelfde jaar exposeerde A. te Amsterdam, woonde 1865 te Zweeloo in Drente, ging daarop op reis (1869 Schotland, Duitschland, 1870 Engeland, 1872 Italië), maar was in den daar tusschenliggenden tijd te Parijs gevestigd, waar hij ook met Jacob en Mathijs Maris omging (zijn portret door den laatste, bewaart het Stedel.

Museum in den Haag). Daarna keerde A. naar den Haag terug. Zijn onderwerpen: visschers, visschersvrouwen en kinderen, binnenhuizen van visschers, tafereelen van het leven te Scheveningen of te Katwijk, leidden er toe, dat men hem vroeger vaak met Israels in één adem noemde. Artz’ werk is echter met de kunst van dezen meester vergeleken minder sterk, soms zelfs eenigszins zoet van opvatting en teekening. Zijn kleur vooral, dikwijls blond en licht, heeft iets weeks. Er zijn ook eenige portretten van hem bekend en uit zijn Parijschen tijd sommige schilderijen naar modellen in Japansch kostuum.

In ’s Rijks Museum: Bij de grootmoeder, vóór 1884 en: In het weeshuis te Katwijk-Binnen. Andere werken in het Stedelijk Museum te Amsterdam, het museum Boymans te Rotterdam en het Stedel. Mus. in den Haag. Roosens, Het Schilderboek III; G. H. Marius, De Holl. Schilderkunst; Thieme-Beckers Künstlerlexikon.

< >