Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Apries

betekenis & definitie

Apries - Koning van Egypte (588— 569 v. Chr.), zoon en opvolger van Psammetichus II (26ste dynastie). In het O. T. is zijn naam geschreven Hofra. Dadelijk na zijn troonsbestijging verleende hij zijn medewerking tot een coalitie tegen Babel, welke omvatte Tyrus, Sidon, Moab, Ammon en Juda (onder koning Zedekia), zie Jer. 27—29. A. behaalde eenig succes in Fenicië, echter niet van duurzamen aard.

De macht van Babel kon hij niet stuiten. In het voorjaar van 686 verschenen zijn troepen in Juda, om Jeruzalem te ontzetten; zij moesten terug, en in den zomer van 586 viel Jeruzalem (Jer. 34 en 37).— Onder A.’s regeering heerschte welvaart in Egypte. Maar in het N. des lands grepen telkens woelingen plaats in verband met de buitenlandsche hulptroepen, die A. er op na hield (een nationalistische beweging tegen de Grieksche elementen). Bij gelegenheid van een soldaten-opstand zond A. zijn generaal Amasis uit, om de ontevredenen te kalmeeren. Amasis maakte zich meester van den troon. Niet lang daarna werd A. gedood in een oproer.

< >