Anemometer - is de naam van het instrument waarmede de windsnelheid wordt gemeten. Voor het registreeren van de windsnelheid op elk oogenblik en dus ook van de sterkte van opvolgende windstooten dient een anemometer, geconstrueerd door den Engelschen meteoroloog Dines.Het principe van het instrument berust op de stuwing van de lucht in een naar den wind gekeerde opening en de zuiging door denzelfden luchtstroom uitgeoefend, wanneer deze langs een buis met nauwe openingen stroomt. De stuwbuis staat in verbinding met een glazen klok, die van onder door water is afgesloten en omhoog beweegt, wanneer door de stuwing de lucht onder de klok wordt saamgeperst; door de gelijktijdige zuigwerking door den wind uitgeoefend wanneer hij langs de openingen der zuigbuis stroomt wordt de lucht in de gesloten ruimte om de klok verdund, wat eveneens de klok omhoog doet gaan en dus de beweging hiervan versterkt. Door een windvaan worden de stuw- en zuigopeningen steeds in de goede positie gehouden.
Anemometers worden ook gebruikt tot het meten van de snelheid van luchtschepen en vliegtuigen. Voor het meten van verticale luchtbewegingen of om uit te maken of een vrije ballon stijgt of daalt zijn ook verticaal-anemometers geconstrueerd.
In 1667 construeerde Robert Hooke zijn slingeranemometer, waarmede de windkracht bepaald werd uit den hoek, welken een vlakke plaat draaibaar opgehangen om een horizontale as en door een windvaan steeds loodrecht op de windrichting gehouden, maakt met den vertikalen stand. Combes, Biram, Casella, Henaut, Dickinson, Robinson en anderen construeerden nieuwe en verbeterde vormen. Tegenwoordig gebruikt men meest een zoog. molen van Robinson, samengesteld uit vier halve bolschillen op de uiteinden van de armen van een gelijkarmig kruis geplaatst. Doordat de wind een grooteren druk uitoefent tegen de holle dan tegen de bolle zijde, geraakt het molentje — onverschillig van welken kant de wind komt — in draaiing. De snelheid zijner rondwenteling, bepaald door het aantal toeren per seconde, staat met de windsnelheid in een bepaalde verhouding, die door voorafgaande ijking is vastgesteld.
Bij de handanemometers wordt het aantal toeren door een telwerk aangegeven, dat men door het losmaken van een arrêteerinrichting kan in- of uitschakelen (men laat het telwerk 100 sec. meenemen, arrêteert, en leest direkt de windsterkte af in Meters per sec.). Bij doorloopende waarnemingen omtrent de windsnelheid, als geschieden in de meteorologische observatoria, wordt, de draaiingssnelheid van het molentje geregistreerd, doordat telkens na een bepaald aantal omwentelingen een electrische stroom even gesloten wordt, waarbij een merk wordt gemaakt op een papierstrook, die door een uurwerk met constante snelheid over een rol wordt voortbewogen of opgespannen is op een trommel, die door een klok wordt rondgedraaid. Het aantal merkteekens per uur opgeteekend geeft een maat voor de gemiddelde windsnelheid gedurende dat uur. Behalve deze schalen-anemometers worden ook vleugelrad- of schoepenradanemometers gebruikt, welke op dezelfde wijze werken. Daar het vlak van het rad echter steeds loodrecht op de windrichting moet blijven, zijn ze voor registratie alleen bruikbaar in combinatie met een windvaan, die zorgt, dat aan bovenstaande conditie steeds voldaan is.