Alberta - provincie van het Dominion of Canada, in 1905 ingesteld, oppervlakte ± 780.000 K.M2, bevolking ± 400.000. Het omvat in het W. de Oostelijke helling van het Rotsgebergte. Dit gedeelte is boschrijk. Overigens bestaat het grootendeels uit prairiën, die noordwaarts langzamerhand overgaan in de pijnbosschen, meren en woestenijen, die eigenaardig zijn voor de Hudsonsbaailanden.
De meest uitgebreide kolonisatie dateert eerst uit de laatste jaren; de bevolking neemt nu snel toe. Hoewel nog slechts 30 % van het geheele oppervlak wordt geëxploiteerd, is het reeds een belangrijk veeteelt- en landbouwgebied. De uitgestrekte vlakten leenen zich uitstekend voor de teelt van runderen, paarden en varkens; langs de rivieren, vooral langs de NoordSaskatchewan en de Peace River, verbouwt men tarwe en haver, waarvoor men vaak van kunstmatige bevloeiing gebruik maakt. In verband met deze bedrijven begint ook reeds industrie op te komen: meelfabrieken en slachterijen. De bosschen van het merengebied in het N. leveren goed timmerhout. Er komen ook steenkool en andere delfstoffen voor, waarvan de exploitatie echter nog niets beteekent. Door het Z. gaat de Canadian-Pacific-spoorweg. De hoofdplaats, tevens belangrijkste stad, is Edmonton ; in 1901 2600, in 1911 reeds 25.000 inw.; een verkeersmiddelpunt.