Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Adamieten

betekenis & definitie

Adamieten - Met dezen naam werden in de middeleeuwen verschillende secten aangeduid onder beschuldiging van duivelsdienst, ontucht, vrouwengemeenschap en allerlei nachtelijke uitspattingen. In het begin der 14e eeuw waren het Waldenzen in Oostenrijk en Boheme, die zoo werden genoemd, terwijl in 1320 aanhangers van de secte van den vrijen geest te Keulen als Adamietische ketters worden aangeduid. In 1421 werden de Hussieten als A. beschuldigd van sodomie en bloedschande, terwijl een taborietische secte dezen naam zeer lang is blijven dragen.

Al deze beschuldigingen van ontucht zijn echter in hooge mate verdacht. — In de 16de eeuw was er onder de Nederlandsche wederdoopers een secte der A., die bij hunne opname in de gemeente zich naakt uitkleeden moesten, om daarmee te toonen, dat de lust der zinnen geen kracht meer op hen oefende. — Naar Adam Pastor, een wederdooper uit het midden der 16de eeuw, oorspr. Rudolf Martens geheeten en aan den Nederrijn werkzaam, heeten zijne volgelingen ook Adamieten.

< >