Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zwangerschap

betekenis & definitie

v., (ook: graviditeit), de toestand waarbij zich in de vrouw een bevruchte eicel ontwikkelt.

(e) De eerste tekenen van zwangerschap zijn het uitblijven van de menstruatie en het toenemen van de grootte van de borsten. Al in een vroeg stadium gaat de zwangerschap vaak gepaard met symptomen van misselijkheid, braken, vaak toename van eetlust en versterkte drang tot urineren, o.a. doordat de groeiende baarmoeder op de blaas drukt. Het vaststellen van de zwangerschap zelf geschiedt meestal door een →zwangerschapstest. Ook kan men het embryo via echografie zichtbaar maken, of via vaginaal toucher waarbij het groter worden van de baarmoeder gevoeld kan worden.

Na de bevruchting van de eicel heeft innesteling (nidatie) hiervan plaats, normaliter in het slijmvlies van de baarmoeder, soms in een eileider. Dit laatste leidt tot een miskraam. De voeding vindt plaats via de placenta (moederkoek), die zich gedurende de eerste drie maanden volledig ontwikkelt. De vrucht ligt vrij in de met vruchtwater gevulde baarmoederholte en wordt omgeven door vruchtvliezen (amnion en chorion). In de placenta ontstaat een zodanige relatie tussen de circulatie van de zich ontwikkelende vrucht en die van de moeder dat een optimale uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide en van voedende bestanddelen en afbraakprodukten kan plaatsvinden. De placenta is door een navelstreng met de foetus verbonden.

In elke normale zwangerschap heeft in de eerste 6 maanden de vrucht zoveel ruimte dat haar houding steeds kan veranderen. Tegen de 7e maand evenwel neemt het kind de ligging aan waarin het het best in de baarmoeder past, d.i. een lengteligging met meestal het hoofd naar beneden. De duur van de zwangerschap is ca. 40 weken. Na ca. 20 weken worden de bewegingen van het kind zo duidelijk, dat zij voelbaar zijn en de harttonen zo luid, dat zij met de stethoscoop hoorbaar zijn. Na ca. 24 weken reikt de bovenzijde van de baarmoeder tot de navel, na 36 weken tot de ribbeboog. Daarna zal in de laatste 4 weken bij vrouwen met stevige buikwand (vaak dus vrouwen die hun eerste kind verwachten) het onderste deel van de baarmoeder met het kinderhoofd in het kleine bekken komen (indalen); bij vrouwen met slappe buikwand is er geen ruimtebeperking die het hoofd als het ware dwingt in te dalen.

Na de 28e week begint de levensvatbaarheid van het kind: d.w.z. indien het dan wordt geboren, is er bij goede verzorging een kans dat het in leven blijft. Het kind is dan nog onvoldragen (prematuur). De levenskansen stijgen totdat het met 37-42 weken voldragen is. De baring op dat tijdstip is dan zogeheten d terme. →geboorte.

Vanaf het eind van de derde maand spreekt men van ongeboren vrucht (foetus). Na 8—10 weken krijgt de ongeboren vrucht een menselijk aspect; vanaf de 16e week is het geslacht te herkennen. De eerste kindsbewegingen worden waargenomen tussen de 16e en 18e week door de meerzwangere, en tussen de 18e en 20e week door de eerstzwangere. Met echoscopische apparatuur kan al bij 7—8 weken hartwerking worden aangetoond.

Overdragen heet een zwangerschap indien zij langer duurt dan 42 volle weken, gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie. Vele babies worden 2—3 weken ‘over tijd’ geboren; meestal is dan echter geen sprake van een overdragen zwangerschap, maar is de berekende datum niet juist door een onregelmatige menstruatie.

Is de geboorte 10 dagen over tijd, dan wordt gekeken hoe het kind het maakt. Door een amnioscoop, een kijkbuis met sterke lichtbron, kan via de baarmoedermond de kleur van het vruchtwater worden bekeken. Eventueel kan het vruchtwater worden onderzocht. Is dit groen gekleurd, dan heeft het kind meconium (ontlasting) geloosd, wat kan betekenen dat het zuurstofgebrek heeft. Dit is altijd aanleiding verder onderzoek te doen en het kind zo nodig snel geboren te laten worden. Het gevaar van een overdragen zwangerschap schuilt in de verminderde placentafunctie, die vooral bij een eerste zwangerschap een verhoogd risico voor de baby meebrengt.