Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

suite

betekenis & definitie

[<Fr.], v./m. (-s),

1. gevolg, m.n. van een vorst of aanzienlijk persoon: officier a la —, officier die niet op de gebruikelijke wijze in de ranglijst is opgenomen en geen deel heeft in de promotieregeling; 2. twee of meer ineenlopende kamers, meestal met schuifdeuren ertussen; afdeling van een hotel, die uit enige kamers bestaat;
3. (muziek) muziekstuk bestaande uit opeenvolgende danswijzen die in dezelfde toonsoort of verwante toonsoorten geschreven zijn; (ook) muziekwerk waarvan de delen door het onderwerp bijeenhoren (e).

(e) De vroegste suites kwamen voor in de 16e-eeuwse luitmuziek en bestonden meestal uit pavane en gaillarde. De 17e-eeuwse Franse suite bestond veelal uit allemande, courante, sarabande en gigue. Deze kon met verscheidene dansen (b.v. gavotte, passepied, bourrée, menuet, rigaudon) worden uitgebreid (een zeer omvangrijke suite heet ordre). De suites die begonnen met een Franse ouverture heetten in hun geheel ook wel ouverture (b.v. de orkestsuites van J.S.Bach). In de 18e eeuw ging de suite over in divertimento, cassation of serenade. Naast dansvormen was hierin andersoortige muziek opgenomen.

Mede hieruit kwam de kamermuziek voor strijkers en blazers voort. De eigenlijke suite herleefde in de 19e eeuw. Dit gold zowel voor de danssuite voor ensemble als voor de instrumentale suite die was samengesteld uit de instrumentale gedeelten van opera-, toneel-of balletmuziek.

< >