Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

stuik

betekenis & definitie

m. (-en),

1. uiteinde waarmee een stuk hout in zijn lengterichting tegen een ander aansluit;
2. afgezaagd einde van balken of planken voor een lasverbinding;
3. bos vlas of hennep die te drogen staat;
4.geheel van 8-10 schoven, tegen elkaar geplaatst om te drogen.

< >