Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

strafrecht

betekenis & definitie

o., het geheel van regels en beginselen ten aanzien van het opleggen van straf door een openbaar rechtsprekend persoon of lichaam, m.n. de overheid.

(e) Hoofdbron van het Ned. strafrecht is het, ter vervanging van de Code Pénal, op 1.9.1886 in werking getreden Wetboek van Strafrecht, vastgesteld bij de wet van 3.3.1881 Stb. 35. Het bestaat uit drie boeken, waarvan het eerste algemene bepalingen bevat, terwijl het tweede en derde resp. aan misdrijven en overtredingen zijn gewijd. De bepalingen van de eerste acht titels van het eerste boek zijn ook toepasselijk op feiten waarop bij andere wetten of verordeningen straf is bedreigd. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Bij verandering van wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.

Men onderscheidt het strafrecht in materieel en formeel strafrecht. Het materiële strafrecht wijst aan welke feiten strafbaar zijn en welke straffen en/of maatregelen kunnen worden opgelegd, alsmede of het recht op de concrete feiten kan worden toegepast (voorwaarden voor vervolgbaarheid en voor uitvoerbaarheid). Het formele strafrecht omschrijft hoe het materiële strafrecht op de concrete feiten moet worden toegepast (➝strafvordering).

Strafrecht in engere zin is het materiële strafrecht. Het behoort tot het publiekrecht: het regelt de verhouding van de burgers tegenover de staat. Het strafrecht is een van de instrumenten om aan het officiële beleid kracht bij te zetten. In de loop van de tijd is de aard van het strafrecht veranderd: beschermde het vroeger de vrijheidssfeer van de burgers door staatsingrijpen te beperken (klassieke grondrechten), tegenwoordig beschermt en bevordert het de vrijheidssfeer van de burgers (sociale grondrechten) door staatsingrijpen mogelijk te maken.

De Belg. GW van 1831 voorzag dat geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan uit kracht van de wet. De algemene verbeurdverklaring en de burgerlijke dood werden afgeschaft. In afwachting van de bevolen herziening van de wetboeken bleef de Franse Code Pénal van 1810 van kracht. Het nieuwe Strafwetboek werd ingevoerd door de wet van 8.6.1867. Belangrijke aanvullingen of wijzigingen werden aangebracht door de wet op de voorwaardelijke invrijheidsstelling (1888), de wet tot bescherming der maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers (1930), de wet op de jeugdbescherming (1965), en de wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie (1964).

LITT. L.H.C.Hulsman, Handhaving van recht (1965); C.J.Vanhoudt en W.Calewaat, Belg. strafrecht (1968); J.M.van Bemmelen, Ons strafrecht (3 dln. 1973-75); C.J.Enschedé en A.Heijder, Beginsel van strafrecht (1974); W.C.van Binsbergen, Inl. strafrecht (1976); N.D.Jörg en C.Kelk, Strafrecht met mate (1977).