Stroming in de Ned. kunst, zo genoemd naar het daarvoor representatieve tijdschrift De Stijl, waarvan 16.6.1917 het eerste nummer verscheen. De oprichters van het tijdschrift waren Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Vilmos Huszár (schilders), J.J.P.
Oud (architect) en A. Kok (dichter). In nauwe relatie tot hen stonden o.a. de kunstenaars B. van der Leck, G. Severini, G. Vantongerloo en de architecten R. van ’t Hoff, J. Wils, G.
Rietveld en C. van Eesteren. De leden van De Stijl propageerden eenvoud, helderheid, strakke voorschriften en een elementaire harmonie door een balans van contrasten. Tekenend hiervoor is het in rechte hoeken opgeloste contrastspel van horizontaal en verticaal, terwijl ook het stellen van de primaire kleuren (rood, geel, blauw) tegenover wit, zwart en grijs in dezelfde gedachtenlijn thuishoort. In de architectuur werd het eerlijk tonen van fundamentele en constructieve elementen benadrukt.De Stijl, sinds ca. 1920 ook wel bekend onder de naam neoplasticisme, was van internationale betekenis. Via Van Doesburg kwam het Bauhaus in aanraking met de ideeën van De Stijl, wat vooral in de architectuur van Gropius en Mies van der Rohe tot uiting kwam. Na de dood van Van Doesburg (1931) viel De Stijl uiteen.
LITT. T. van Doesburg, De nieuwe beweging in de schilderkunst (1917); H.L.C. Jaffé, De Stijl 1917-1931. The Dutch contribution to modern art (1956); De Stijl 1917-32. Complete herdr. (2 dln. 1968).
