stijl
stijl - Zelfstandignaamwoord 1. wijze waarop men iets doet 2. post, spijl 3. (plantkunde) buisvormige, middelste gedeelte van de stamper
Nederlandstalige WikiWoordenboek
stijl - Zelfstandignaamwoord 1. wijze waarop men iets doet 2. post, spijl 3. (plantkunde) buisvormige, middelste gedeelte van de stamper
Nederlands woordenboek voor onderwijs
stijl - zelfstandig naamwoord 1. de manier waarop het gedaan is ♢ de inhoud van de brief is duidelijk, maar de stijl is slecht 1. ik vind dat geen stijl [een slechte manier van doen] ...
Verklaringen van woorden die gebruikt worden in teksten over kunst.
Stijl is: 1) een vormgeving (1) met dezelfde kenmerken voor een bep. tijd, plaats, groep of persoon; bijv. manier van bouwen, schilderen, beeldhouwen; vgl. met stroming; 2) een verticale balk ter ondersteuning, bijv. pilaar of kolom; 3) de verticale afwerking van een deur- of raamkozijn; 4) zie dansstijl
Marc De Coster ©, 1998
da’s - dat is erg goed, gunstig, opwindend. Jongerenkreet uit de jaren tachtig. Vgl. onwijs gaaf. Hé kanjer, dat vin ik klasse van je, datje toch nog gekommen bent. Nee, dat is echt stijl van je! (Do- nald Olie: Pietje Bell op discosokken, ongedateerd) Schotse ruiten zijn ‘stijl’. (Haagse Post, 21/11/87) Maar wat Martin Fry en Mark White op deze...
Encyclopedie voor Zelfstudie
1. wijze van schrijven, manier van uitdrukken: de stijl van dit opstel is goed; 2. levenswijze: iedere mens heeft zijn eigen 3. kunstrichting, b.v. gotische stijl.
Biologische encyclopedie geschreven door G. Th. van Kempen. Amsterdam, 1974.
(L,., Stylus), deel van ➝ stamper tussen stempel en vruchtbeginsel. Hierdoor gaat de pollenbuis naar de zaadknop toe, ➝ bevruchting, ➝ bloem.
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
m. (-en), 1. overeind staande, in de bodem vastgezette balk of paal; 2. (bouwkunde) verticale balk of verticaal constructiedeel, voorkomend bij raamen deurkozijnen, spanten wandconstructies: — en regelwerk; meubels; 3. (mijnbouw) verticaal ondersteuningselement, vroeger uit hout, nu meestal uit staal en telescopisch zodat hij mechanisch of d...
De grote encyclopedie van antiek
(in de meubelkunst). 1. opstand, lang en smal schragend deel; 2. totaal van bij elkaar aansluitende uitdrukkingsvormen die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode of school. Bij individuele kunstenaars is het gebruikelijk te spreken van 'manier’; slechts bij hoge uitzondering wanneer een kunstenaar een periode of school zeer duidelijk...
Nederlands woordenboek (7e druk)
I. m. (-en), 1. overeindstaande, in de bodem vastgezette balk of paal; 2. (bouwk.) opstaand stuk dat andere delen ondersteunt of schraagt: stijlen en balken; inz. constructiedeel waaraan een draaiende deur, hek of venster is opgehangen en waartegen deze aanslag vindt; elk der beide opstaande delen waarin een schuif (een venster) loopt: i...
Kleine Winkler Prins van A-Z
(Lat. stillis, schrijfstift), (1) schrijftrant; bep. kunstvorm spec. in bouwkunde (Griekse, Moorse, Gothische S.) echter ook in schilderkunst (de S. van Rembrandt); (2) (plantk.) steelvormig middenstuk van de stamper.
Geschreven onder redactie van theoloog F.W. Grosheide, 1925-1931
1. Stijl (afgeleid van Grieksch stylos = griffel), in z’n oorspronkelijke beteekenis: de kunst van schriftelijke uitdrukking, is een zeer gecompliceerd begrip. In het bekende woord van Buffon: le style c’est 1’homme même, is dat karakteristiek aangegeven. Stijl is kunstvolle uitdrukking van wat leeft in de menschenziel. Daa...
Handelslexicon (1910) door J. Hagers
Stijl - (Nieuwe) de Gregoriaansche tijdrekening, door Paus Gregorius in 1582 ingevoerd. In dien tijd bleek, dat ten gevolge van het te lang rekenen van het zonnejaar de Juliaansche tijdrekening (zie Stijl, oude) 10 dagen achter was geraakt. Men sprong toen van 4 October op 15 October. Het jaar werd bepaald op 365 dagen, 5 uren, 48 minuten, 46 secon...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Het begrip stijl heeft 2 verschillende betekenissen: 1. stijl - stijl - m. (-en), stift waarmee de ouden op hunne met was overdekte tafeltjes schreven, de andere zijde was afgeplat om daarmede het geschrevene weg te wrijven ; — (fig.) schrijfwijze, wijze van zich in geschriften uit te drukken: verheven, gezwollen, alledaagsche stijl; de Oost...
Nederlandse encyclopedie
Stijl is de figuurlijke naam van schrijftrant. De ouden noemden stilus, waarvan ons woord stijl afkomstig is, eene schrijfstift, aan het eene uiteinde scherp, zoodat men er letters mede schrijven kon op met was bedekte tafeltjes, en aan het andere voorzien van een plat schopje, waarmede men het geschrevene kon uitwisschen. Vandaar het stylum verter...
Gerelateerde zoekopdrachten