bij elkaar behorend hulpgereedschap om voorwerpen geheel of gedeeltelijk voor te bewerken of als gereed produkt te vormen. De matrijs waarin de uitwendige vorm van het produkt is aangebracht, wordt met bouten aan een frame of tafel bevestigd, terwijl de stempel die aan de matrijsvorm is aangepast, beweegbaar is uitgevoerd.
De vervorming van het materiaal in de matrijs berust op plastische vervorming die door druk op de stempel (bovenmatrijs, patrijs) wordt verkregen. De druk kan mechanisch (excenterpers) of hydraulisch (hydraulische pers) verkregen worden. Om de bovenmatrijs ten opzichte van de ondermatrijs goed te centreren, gebruikt men leipennen die in de ondermatrijs zijn vastgezet en die in corresponderende gaten van de bovenmatrijs passen. Snijstempels worden gebruikt om te ponsen en zijn van een afstrijker voorzien om het materiaal dat geponst is van de stempel te schuiven. Persstempels voor het dieptrekken zijn voorzien van een plooihouder om het bij het vervormen optredende plooien van dun plaatmateriaal te voorkomen. De plooihouder bestaat voornamelijk uit een stijve ring die ruim om de stempel past en die met grote kracht de te vervormen plaat vastklemt op de trekmatrijs. De combinaties van snijen persstempels met snijen persmatrijzen komen veel voor en vormen vrij gecompliceerde constructies.LITT. C.Garos, Matrijsmaken (1969).