Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

polarisatie (polarizatie)

betekenis & definitie

[<Lat. polus, <Gr. polos draaipunt], v.,

1. (natuurkunde) het verschijnsel dat de trillingen van een (elektromagnetische) transversale golf in één vlak liggen (e);
2. (quantummechanica) het verschijnsel dat de spins van deeltjes in een bundel een voorkeursrichting vertonen (e);
3. (natuurkunde) de verschuiving van de lading in een atoom onder invloed van een uitwendig elektrisch veld (→diëlektricum);
4. (elektrochemie) het bedekt raken van de elektroden bij elektrolyse met een laag van de vrijkomende stoffen (e);
5. (sociologie) het ontstaan en toenemen van spanningen in een groep (e); (politiek) het verscherpen van de tegenstellingen.

(e) ELEKTROCHEMIE. De bij →elektrolyse door polarisatie vrijkomende stoffen veroorzaken een elektromotorische kracht (emk) tegen de aangelegde emk in gericht. Bij de elektrolyse van verdund zwavelzuur b.v. treedt een tegen-emk op van 1,95 V. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij een galvanisch element. Bestaat dit uit een zinken een koperstaafje in verdund zwavelzuur, dan levert het aanvankelijk stroom, maar spoedig wordt deze veel kleiner door de polarisatie. Hierbij wordt de koperen elektrode bedekt met waterstof; de emk wordt daardoor veel geringer en de inwendige weerstand van het element groter.

Om dit te vermijden wordt een depolarisator gebruikt, die de polariserende stoffen chemisch bindt. Worden onmiddellijk na het onderbreken van de stroom, die de elektrolyse bewerkte, de elektroden geleidend met elkaar verbonden, dan loopt er gedurende korte tijd een stroom (polarisatiestroom), tegengesteld van richting aan de oorspronkelijk aangelegde. De polarisatiestroom kan van lange duur zijn, m.n. wanneer de elektroden zelf voor chemische omzetting vatbaar zijn; dit is het geval bij accumulatoren.

NATUURKUNDE. Het verschijnsel polarisatie is m.n. van belang bij elektromagnetische golven (licht, radiostraling). Indien bij licht de trillingen slechts in één vlak liggen (het zgn. polarisatievlak) dan heet het licht (lineair) gepolariseerd. Gepolariseerd licht is met het oog niet te onderscheiden van gewoon (ongepolariseerd) licht, waarbij de trillingen in alle richtingen loodrecht op de voortplantingsrichting in gelijke mate voorkomen. Licht kan op verschillende wijzen gepolariseerd worden:

1. door scheve reflectie tegen een glad, niet-metallisch vlak (b.v. glas) wordt licht gedeeltelijk gepolariseerd; als de invalshoek gelijk is aan de arctangens van de brekingsindex zelfs geheel (bij glas invalshoek ca. 56°), er wordt dan echter slechts 15 % van de lichtenergie gereflecteerd. Door diffuse reflectie gaat eventuele polarisatie weer grotendeels verloren.
2. Bij →dubbele breking in een anisotrope stof ontstaan twee onderling loodrecht gepolariseerde lichtbundels.
3. In sommige kristallen wordt een doorvallende lichtbundel gepolariseerd doordat de absorptie afhangt van de polarisatierichting ten opzichte van de kristalassen (→dichroïsme).
4. Licht dat verstrooid is aan extreem kleine deeltjes, is gedeeltelijk gepolariseerd (b.v. het blauwe hemellicht). Sommige stoffen draaien het polarisatievlak van doorvallend licht (→optische activiteit).

Dierkunde. Talrijke dieren met facetogen (o.a. de meeste geleedpotigen) en ook inktvissen (die lensogen hebben) kunnen waarnemen of licht gepolariseerd is, en zijn daardoor in staat de positie van de zon aan de hemel (en dus het tijdstip van de dag) te bepalen ook al is de zon zelf onzichtbaar: het blauwe hemellicht is nl. in de hemelstrook van ca. 90° rondom de zon het sterkst gepolariseerd. Dit type waarnemingen kan een rol spelen bij de oriëntatie van deze dieren (‘zonnekompas’). Voorpolarisatie van zenuwvezels: →impuls (fysiologie).

Sterrenkunde. Het materiaal (stof) dat zich tussen de sterren bevindt, veroorzaakt een (geringe) polarisatie (polarisatiegraad 1 %), van het licht van ver verwijderde sterren. Dat deze polarisatie niet door de sterren zelf wordt veroorzaakt, maar door de interstellaire middenstof blijkt daaruit dat naburige, maar in het geheel niet verwante sterren ongeveer gelijke en gelijkgerichte polarisatiegraden hebben. De verklaring wordt gezocht in een gelijkgericht zijn van interstellaire deeltjes tussen de sterren en de waarnemer.

Telecommunicatie. Radiogolven kunnen zowel in het horizontale vlak als in het verticale vlak voortgeplant worden. Ook is een combinatie mogelijk. De radiozenders voor het LG-, MGen soms TV-gebied, worden meestal verticaal gepolariseerd uitgezonden, dus verticaal op het aardoppervlak. De zendantennes zijn dan meestal van eenvoudiger constructie en geven een rondomgevoeligheid. Nadeel bij TV-uitzendingen in verticale polarisatie is dat schoorstenen en lantarenpalen veel spiegelbeelden veroorzaken door reflecties.

Door een combinatie van antennesystemen kan men nu ook voor TV-uitzendingen horizontaal polariseren. Bij verbindingen in het KG-gebied, b.v. de uitzendingen van de Wereldomroep naar de West, past men veelal horizontale polarisatie toe om gerichte bundels naar het ontvangstgebied te verkrijgen. QUANTUMMECHANICA. Staan de spins van de deeltjes in een bundel allemaal evenwijdig, dan spreekt men van volledige polarisatie; staat slechts de gemiddelde spin in een bepaalde richting, dan spreekt men van gedeeltelijke polarisatie. Wanneer de spins van de protonen en/of neutronen in het trefplaatje waarop men een stroom van deeltjes laat vallen om een kernreactie teweeg te brengen, het zgn. target, een voorkeursrichting hebben, spreekt men van een gepolariseerd trefplaatje; deze hebben een belangrijke rol gespeeld bij het onderzoek naar het niet-behouden zijn van de →pariteit.

SOCIOLOGIE. Polarisatie is in een maatschappelijke geleding het proces van het uiteengaan van standpunten en daarmee het verscherpen van tegenstellingen, vooral wanneer hierdoor veranderingen optreden in de samenhang van de betrokken groep naar structuur en daarmee ook in de → attitude van de leden ervan. Veelal wordt polarisatie in verband gebracht met →conflict, waarbij polarisatie zowel aanleiding als consequentie kan zijn. Ook wordt de term polarisatie wel gebruikt om in het onderzoek door het weglaten van de tussenstandpunten twee categorieën duidelijker tegen elkaar te kunnen aftekenen. Polarisatie kan niet alleen optreden binnen één maatschappelijke geleding (politieke partij, kerk, onderneming), maar zij kan ook een samenleving als geheel gaan beheersen. Wanneer de samenleving door →pluralisme wordt gekenmerkt, is het gevaar voor polarisatie minder groot dan in minder gedifferentieerde samenlevingen (→autoritarisme).

< >