Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

ofschoon

betekenis & definitie

voegw., ter inleiding van een bijzin die een gedachte behelst, waarvan de mogelijkheid of werkelijkheid wordt erkend, maar die geen inbreuk maakt op de daarmee strijdige hoofdgedachte, hoewel: — ik mijn best doe, merk ik niet dat ik verder kom; ook in elliptische zinnen: nog jong, is zij rijp van verstand; je hebt het toch niet gedaan hoop ik; —, er is niet veel aan verbeurd.