v. (-en),
1. het laden: in — liggen, bezig zijn, (ook) gereed zijn met laden;
2. het voorzien van elektriciteit: de — van de accu’s; (ook) de hoeveelheid elektriciteit waarmee iets geladen is: telkens als de stroom gesloten wordt, geeft de batterij een deel van haar — af; elementaire —, de onveranderlijke hoeveelheid elektriciteit vertegenwoordigd door een elektron;
3. wat geladen is (b.v. aan boord van een schip), vracht (e): een — rijst; een schip met volle —; de — in hebben; de — breken, een gedeelte van een volle lading lossen; (gew.) (gall.) nuttige —, laadvermogen van een wagen; (zegsw.) met ongebroken — wegzeilen, zich met ongeschonden eer uit moeilijkheden redden; hij heeft de — binnen, is smoordronken; zinkt het schip, dan zinkt ook de —, de kostwinner neemt alles mee in het graf;
4. (militaria) de hoeveelheid explosieve stof gebruikt om verliezen toe te brengen aan vijandelijk personeel en/of materieel, of om een projectiel voort te drijven (e): halve —, dubbele —, losse —
(e)MILITARIA. De lading voor het toebrengen van verliezen aan personeel of materieel, de explosieve lading, wordt in een granaat, raket, bom, mijn of ander wapentuig aangebracht. Daarnaast wordt m.n. bij de genie gebruik gemaakt van springladingen, die op of in het te vernielen object worden bevestigd. Het begrip ladingsquotiënt is de verhouding tussen de massa van een projectiel en die van de daarin aangebrachte lading; de ladingsdichtheid, de verhouding tussen de massa van een springlading en de afmetingen van de ruimte waarin de explosie moet plaatsvinden.
Een voortdrijvende lading is bestemd om een granaat of een raket in een bepaalde baan te brengen. De massa van een dergelijke lading is bij artilleriegeschut en mortieren afhankelijk van de aard van de explosieve stof en het →kaliber van de vuurmond. Ladingen van dit type zijn meestal verpakt in →kardoezen, die bij sommige vuurmonden (zoals de 105 mm houwitser en het kanon 25-ponder) wel en bij andere (o.m. de 155 mm en de 8 inch houwitser) niet omgeven zijn door een metalen huis. Bij de door kardoeshulzen omgeven ladingen wordt onderscheid gemaakt tussen eenheidsladingen en gescheiden ladingen. In het laatste geval worden bij het laden het projectiel en de kardoeshuls met de lading — in deze volgorde — afzonderlijk in de kamer van de vuurmond gebracht. Gescheiden ladingen zijn meestal samengesteld uit deelladingen, die onderling ongelijke hoeveelheden explosieve stof bevatten.
Er kan dan met verschillende ladingen geschoten worden, wat tal van voordelen biedt. Zo is het op deze wijze mogelijk telkens met een minimale lading het gewenste doel te bereiken, waardoor de invalshoek van de granaten (met het oog op de scherfwerking) zo gunstig mogelijk is en de slijtage van de loop beperkt blijft. Gescheiden ladingen worden doorgaans toegepast bij vuurmonden met een kaliber groter dan 90 mm. Bij eenheidsladingen zijn het projectiel en de huls tot een patroon verenigd. De huls, die met losse lading gevuld wordt, noemt men patroonhuls. Eenheidsladingen worden in het algemeen gebruikt bij vuurmonden met een kaliber kleiner dan 100 mm.
Verreweg de meeste munitie die in de moderne krijgsmachten wordt gebruikt, heeft evenals vroeger een brisante lading. Daarnaast zijn er in de loop der jaren allerlei soorten granaten, raketten, bommen en mijnen met een kernlading (→kernwapen) of een uit biologische of chemische strijdmiddelen bestaande lading geproduceerd, →holle lading.
VERVOER. De hoeveelheid goederen, die men ter transport in een vervoermiddel brengt, kan zowel vaste goederen, vloeistoffen als gassen omvatten. Het vervoer van gevaarlijke stoffen (goederen) is overal aan wettelijke regels onderworpen.