Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

Kwant

betekenis & definitie

Remigius Cornelis, Ned. filosoof, *1918 Warmenhuizen. Kwant studeerde als augustijn te Rome, Leuven en Parijs (neothomisme).

Te Utrecht maakte hij kennis met de fenomenologische school. Hij raakte vervreemd van de scholastieke filosofie en ging zich bewegen op het vlak van het existentiële en fenomenologische denken. Door de contacten met Sartre en Merleau-Ponty kreeg hij belangstelling voor Marx en ging hij zich interesseren voor arbeidsproblemen. In 1956 publiceerde Kwant Het arbeidsbestel. Vanuit fenomenologische optiek heeft hij verschillende onderwerpen rondom de sociale filosofie behandeld. Van 1962—72 was Kwant hoogleraar te Utrecht, namens de roomskatholieke Sint-Radboutstichting.

Hij legde zijn functie neer toen hij tot het inzicht gekomen was dat hij buiten de religie was komen te staan. Sindsdien is hij werkzaam aan het sociologisch instituut te Utrecht, waar hij zich toelegt op structuralistische thema’s. Werken: Het arbeidsbestel (1956), De fenomenologie van Merleau-Ponty (1962), De wijsbegeerte van K.Marx (1962), Geloof en beklemming (1964), De wijsbegeerte van Merleau-Ponty (1968), Sociale filosofie (3e dr. 1969), De visie van Marx (1975), Mens en expressie (1975), (met D.van Houten) Maatschappijkritiek (1976), (red.) Filosoferen (1977).