m. (-raden),
1. (prot.) vergadering van het bestuur van een kerkelijke gemeente, consistorie: — houden, beleggen;
2. (prot.) vertegenwoordigend orgaan van een kerkelijke gemeente (e).
(e) In de kerkeraad hebben zitting predikanten, ouderlingen en diakenen. Aan de kerkeraad is opgedragen leiding te geven aan de gemeente, deze te vertegenwoordigen, verantwoordelijkheid te dragen voor de prediking, de bediening van de sacramenten, de catechese en de geestelijke vorming van de gemeenteleden. De beroeping van predikanten geschiedt als regel door de kerkeraad.