Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kansspel

betekenis & definitie

o. (-en), hazardspel, spel waarbij het winnen nauwelijks afhangt van de kundigheid of handigheid van de speler.

(e) In Nederland is het volgens art. 1 Wet op de Kansspelen (1964, gewijzigd in 1972, Stb. 692) verboden gelegenheid te geven aan het publiek om mee te dingen naar prijzen en premies, indien de aanwijzing van de winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers geen overwegende invloed kunnen uitoefenen (→hazardspel), tenzij daarvoor ingevolge die wet vergunning is verleend.

Verboden is ook de deelneming aan zulk een gelegenheid en het bevorderen van deelneming aan een overeenkomstige gelegenheid in het buitenland. Wanneer het geven van gelegenheid of gebruikmaken daarvan als bedrijf wordt uitgeoefend, kan twee jaar gevangenisstraf en geldboete tot f50000 worden opgelegd. In andere gevallen is de maximale gevangenisstraf of hechtenis één jaar en geldboete tot ƒ50 000. Het gebruikmaken zonder meer kan worden gestraft met geldboete van hoogstens ƒ 1000. De wet geeft afzonderlijke regelen voor de staatsloterij, sportprijsvragen, de totalisator, de lotto, casinospelen, prijsvragen en speelautomaten. In België geldt sinds de wet van 24.10.1902 een principieel verbod op de exploitatie van kansspelen.

De maximale straf voor het organiseren van of het voordeel trekken uit kansspelen is zes maanden gevangenisstraf en de maximale geldboete BF5000. Uitzondering wordt gemaakt voor enkele gelegaliseerde kansspelen, o.a. weddenschappen op sportwedstrijden, Nationale Loterij. Er is geen wettelijke grond voor casino’s, waarvan het bestaan getolereerd wordt, hoofdzakelijk wegens de inkomsten die eruit voor de overheid voortvloeien. Het loutere deelnemen aan kansspel is niet strafbaar gesteld (art. 305 en 557 WStr).