Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kanarie

betekenis & definitie

m. (-s), Serinus, vogelgeslacht uit de familie vinken, waartoe een 15-tal soorten behoort.

(e) Kanaries zijn kleine geelachtige vinken met een korte, dikke snavel. Van dit Afrikaanse geslacht komen twee soorten in Europa voor: de Europese kanarie (Serinus serinus) en de citroensijs (S. citrinella).

De Europese kanarie, een soort, die zich sedert 1800 vanuit Zuid-Europa noordwaarts heeft uitgebreid, is in Nederland (sedert 1922) en België een schaarse tot vrij schaarse broedvogel. De citroensijs is een standvogel van de bergachtige streken van Middenen Zuid-Europa; hij komt voor op Corsica en Sardinië. De kanarie (S. canaria) is een populaire kooivogel, dit vooral vanwege zijn zang. Deze broedvogel van de Canarische Eilanden, Madeira en de Azoren werd vermoedelijk in de 16e eeuw naar Europa overgebracht. Door selectief kweken heeft men een groot aantal variëteiten verkregen. De kanarie laat zich gemakkelijk kruisen met soorten als groenling, kneu, sijs, citroensijs of goudvink.

LITT. I.Newton, Finches (l972).